‘Als ik aan later denk, denk ik aan een gouden Lamborghini. Die kost iets van zeven miljoen dollar. Nee hoor, ik hoef niet per se miljonair te worden, ik heb liever een leuke baan. Nog geen idee wat. Mijn vader is buschauffeur, mijn moeder komt bij mensen thuis die niet helemaal goed zijn in hun hoofd. Dat wil ik allebei niet.

Mijn broer heeft ook nog geen idee wat hij gaat doen. Hij doet dit jaar eindexamen op het Fons Vitae, waar ik ook naartoe wil. Hij neemt een tussenjaar; wat geld verdienen en reizen. Op de foto kijkt hij zo, omdat ik zei: “Ik ga een foto nemen voor iets dat jij stom en irritant vindt.” En toen ging ie expres boos kijken. We kunnen best goed met elkaar opschieten, maar vaak hebben we ruzie. Dan vechten we hard. Soms gaat hij op me zitten en slaat ‘ie me echt vol. En dan sla ik terug, natuurlijk. Maar het wordt wel steeds minder.

Ik heb ook drie pleegzussen en twee pleegbroers gehad. Mijn moeder werkte vroeger in het Leefkringhuis, voor kinderen van wie de ouders niet voor ze kunnen zorgen. Die broers kwamen elk weekend en in vakanties. Ik vond dat altijd gezellig en leuk. Maar opeens kwam hun moeder weer terug en toen zijn ze naar België verhuisd. Het contact wordt steeds minder, soms nog via Facebook.

Op deze foto ben ik vier of vijf. Toen ik klein was, deed ik wel gevaarlijke dingen. Eén keer was ik weggelopen; stond ik opeens midden op de weg. Een buurmeisje vroeg: “Mag Tobey wel alleen op straat?” Ook ben ik in Hongarije bijna verdronken in de Donau, mijn moeder kon me nog net pakken voordat ik meegevoerd werd door de stroming. Ik moest eerst een half uur huilen en daarna ging ik meteen de rivier weer in. Tegenwoordig let ik wel beter op.

Ik zit al op voetbal sinds ik vier ben

De pizza was ook in Hongarije, in een restaurant. Mijn familie heeft daar een huis, twee huizen eigenlijk. Mijn tante heeft daar een tijd gewoond omdat ze ziek was en rust en zon nodig had. Inmiddels is ze overleden. Maar het huis is er nog, we gaan er elke meivakantie naartoe. Het is een groot huis, vlakbij Boedapest. Je kunt er veel dingen doen: we gaan elke dag naar het zwembad en er is een rodelbaan. Deze zomer gaan we er weer naartoe, onze andere familie gaat daar een groot feest geven. Die familie is raar. Hoe, dat kan ik niet uitleggen. Maar leuk raar.

Natuurlijk gaan we daar ook voetballen. Voetbal is mijn hobby. Ik zit er al op sinds ik vier ben. Ik ben verdediger. Soms ook mid-mid. Dat vind ik het leukst, want dan kun je ook een beetje naar voren. We zitten in D2. Sommigen van het team mochten ook naar D1, maar we wilden bij elkaar blijven. Na het voetbal spreken we ook af.

Ik zit ook nog op tennis. Dit is mijn sportshirt, die zit gewoon lekker. Ik kreeg hem toen ik met mijn oma een weekend in Berlijn was. We gingen naar de Nike shop en toen mocht ik iets uitzoeken.

Ik ben trots op mijn haar. Als je haar maar goed zit, toch? En dat zit het. ‘s Ochtends doe ik er gel of crème in en dan blijft het de hele dag zo zitten.

Ik heb op de Day a Week School gezeten, want in de middenbouw had ik vaak mijn werk al af. Nu heb ik veel meer werk. Ik heb een havo/vwo advies. We zien wel wat het wordt. Ik ga gewoon mijn best doen.’