‘Eerst deelde ik een kamer met Levi, maar sinds kort heb ik een nieuwe, eigen kamer. Dat is fijn. Hij is nu nog wat leeg, maar ik heb een vrolijk dekbed met mijn lievelingskleuren erin. Ik zit vaak op mijn bed, om te lezen, te tekenen of om berichten te versturen naar vrienden met Whatsapp of Kik. Verder lunch ik graag in mijn kamer. Ontbijten en avondeten doen we met zijn allen.

Ik houd van alle soorten snoep. Ik ging op kamp vaak rond met de snoepkist, maar ik had stiekem ook een eigen snoepzak mee. Daaruit ging ik uitdelen aan mijn vrienden. Ik houd ook van sandwiches en andere zoetigheid. Ik heb een keer helemaal zelf een high tea gemaakt. Alles smaakte heel lekker.

Ik houd heel erg van hockey. Ik ben ermee begonnen door Zoë. Ik vind het leuker dan ik had verwacht. Als ik bij FIT ben, dan vergeet ik even alles en mag ik keihard tegen de bal slaan. Voor de training ga ik soms met Zoë alvast oefenen.

Mijn toekomstdroom is om met Ariana Grande te trouwen. Dan kan ze altijd voor me zingen. Ik ken haar natuurlijk niet persoonlijk, dus ik weet niet of ze aardig is. Maar ze heeft wel een keer gereageerd op mijn foto op Instagram. Toen kreeg ik twee hartjes terug! Het lijkt me leuk als je iemand persoonlijk kent die zo beroemd is. Ik haat het om zelf te zingen. Daarom vind ik het zingen in de hal ook niet leuk. Daar beweeg ik alleen mijn mond. Ik heb mezelf nog nooit horen zingen, want ik zing alleen met heel veel muziek of op kamp met vrienden…

Ik vind knutselen leuk. Ik zal Rina missen, hoe ze met haar knutselkar door de school rijdt. Ik doe alles wel op mijn eigen manier. Ik maak er altijd iets anders van. Anderen zijn zo normaal, zoals het hoort. Ik wil het niet doen zoals het hoort. Ik vind deze tekening wel mooi.…. Maar ik weet eigenlijk niet wanneer ik trots op iets moet zijn. Als ik bijvoorbeeld gescoord heb, is dat goed genoeg om trots te zijn? Ik ben eigenlijk best streng voor mezelf.

Ik ben eigenlijk best streng voor mezelf

Ik sta graag op het podium. Eigenlijk had ik mezelf tussen twee gordijnen bij het podium moeten fotograferen. Ik heb best vaak aan de weeksluitingen meegedaan. Maar het schoolplein en al die kinderen passen ook goed bij Het Wespennest. Ik weet nog dat het klimrek kwam. Toen werd Pim heel boos, omdat wij erop speelden. Dat vond ik heel flauw.

Ik weet ook nog dat ik vier was en moest gaan slapen. Ik zag vanuit het raam mijn vader en broer weglopen. Ze gingen naar een winkel en ik ben er toen helemaal alleen in mijn pyjama achteraan gelopen. In de winkel deed ik alsof ik aan het winkelen was. Iedereen had het vast door, maar dat had ík weer niet door..

Ik vind het best belangrijk of ik er goed uit zie. Ik ben een kwartier bezig met mijn haar en kijk een half uur in de spiegel of dingen bij elkaar passen. Op de foto zie je mijn lievelingsjas. Ik draag hem veel. Hij zit lekker en ik vind hem mooi. Alleen als ik iets mooi vind, trek ik het aan.

Ik maak veel selfies van mezelf, vooral met vrienden. Daar heb ik een speciaal mapje voor gemaakt op mijn telefoon. Ik maak vaak gekke gezichten. Gewoon lekker raar doen en daar een foto van maken.’