Categoriearchief: blauw
Filmpje Doortje
Filmpje Liam
Filmpje Yergush
Filmpje Coen
Filmpje Maria D.
filmpje Ila
Filmpje Pien
Filmpje Zef
Interview Pien
Pien Kampmeinert
Geboortedatum
27 december 2002
Woont met
vader Gijs, moeder Ursula, broer Teun en kat Arie
Lievelingskleur
bordeaux-rood
lievelingssnoep
melkchocholade
Wat zal je missen aan het Wespennest
mijn vrienden
Wat zal je niet missen aan het Wespennest
de hal, daar ben ik nu te groot voor
Wat is je lievelingsplek in Amsterdam
mijn huis en overal met vriendinnen
Wat was je mooiste vakantie
Aruba
Naar welke school ga je
Barlaeus
Ik ben iemand die heel veel doet en alles in één dag propt
‘Mijn lievelingsdier is Arie, mijn kat. Hij is echt heel gek. De dierenarts zegt dat hij stress heeft en daardoor een kale kont. Dat gaat eigenlijk nergens over, want hij ligt de hele dag op mijn bed. Hij is nooit echt een schootkat geweest. Nu wordt hij dat een beetje en gaat heel onhandig op schoot liggen. Dan valt hij er iedere keer weer af. Dat is heel schattig.
Mijn eerste herinnering is het ziekenhuis. Ik heb een heupluxatie, dat is als je zonder heupkom bent geboren. Je kunt dan je been niet bewegen. Toen ik negen maanden was, hebben ze veel geprobeerd. Veel werkte niet maar ze hebben uiteindelijk mijn spieren over mijn heup getrokken. Dat werkte wel. Ik moest best lang een spreidbroek, een rode. Ik heb nu wel een beenlengteverschil, het geopereerde been groeit sneller. Als ik niet een zooltje van anderhalve centimeter draag, kan ik pijn krijgen. Ik had ooit een zooltje van tweeëneenhalve centimeter. Ik weet niet anders. Het lijkt me alleen niet handig als ik een split ga doen.
Hockey is mijn hobby én mijn sport. Ik zit er drie jaar op en vind het heel erg leuk. Ik speel maar ik keep ook wel vaak. Het team waar ik nu in zit, vind ik wel het leukste met een coach die hele leuke teamuitjes organiseert. Ik ben best wel fanatiek maar ik kan ook prima tegen mijn verlies.
Deze knuffel heb ik pas net gekregen als geluksbrengertje voor de Cito-toets. Van Suus, dat is mijn beste vriendin. Zij zit bij Belinda. Bij de kleuters en middenbouw heb ik bij haar in de groep gezeten. En we zaten ook bij elkaar op de crèche. We waren onafscheidelijk en toen moesten we allebei naar een andere klas. Maar het was uiteindelijk wel goed. Want ik maakte ook wel veel nieuwe vriendinnen en zij ook. Gelukkig heeft zij ook vwo en wil ook naar het Barleus. Dat zou wel heel leuk zijn. Ik kan heel erg met haar lachen en ik vertrouw haar.
Ik ben trots op onze vriendschap. We hebben nog nooit ruzie gehad. Ik zie haar bijna elke dag. We hebben elkaar een keer vijf weken niet gezien en toen hebben we elkaar zo gemist. Ik wil altijd vriendinnen met Suus blijven.
Mijn lievelingseten is pasta pesto. Ik kook wel samen met mijn vader. Hij kan heel lekker koken. Hij kookt vooral Indonesisch, omdat hij ook Indonesisch is. En ik dus ook een beetje. Ik merk er niet echt iets van. Ik wil wel heel graag naar Indonesië. Misschien over twee jaar als ik beter tegen warmte kan. Bij meer dan 35 graden kan ik snel flauwvallen.
Ik ben trots op mijn vriendschap met Suus
Ik kan echt niet tegen nagels vijlen. Ook niet als mijn moeder het naast me doet. Ik vind het heel naar voelen en het klinkt ook heel naar. Alsof je met je nagels over een krijtbord gaat. Ik knip ze gewoon.
Ik wil graag naar het Barlaeus en dan afstuderen. En nu denk ik eraan om dokter te worden. Dan kun je mensen helpen en ik kan goed tegen bloed. Maar ik weet het nog niet zeker.
Ik ben een doorzetter. Met alles wat ik doe. Ik ben ook wel iemand die net iets te lang doorgaat. Ik ben iemand die heel veel doet en alles in één dag propt. Ik vind het heel leuk om dingen met mijn vriendinnen te doen.’
Een reactie plaatsen
Filmpje Calvin
Filmpje Mickey
Filmpje Zoe
Interview Doortje
Doortje
Geboortedatum
27 maart 2003
Woont met
vader Arend, moeder Antoinette, broertje Quint en kat Siep
Lievelingskleur
blauw
lievelingssnoep
drop
Wat zal je missen aan het Wespennest
de zelfstandigheid
Wat zal je niet missen aan het Wespennest
niks
Wat is je lievelingsplek in Amsterdam
Nemo, mooi apart gebouw
Wat was je mooiste vakantie
een camping bij Lyon
Naar welke school ga je
IJburg 2
We zijn een vrolijk en muzikaal gezin
‘Ik ben trots op ons gezin. We hebben wel eens ruzie, maar we zijn een vrolijk en muzikaal gezin en heel creatief. Mijn vader maakt muziek met Quint en mij. Mijn moeder luistert dan naar ons. Vroeger deed papa van alles met ons; schilderen, naar leuke dingen toe met muziek…. Nu doen we dat vooral op vakantie, stenen beschilderen bijvoorbeeld.
Ik heb een keer op vakantie in Frankrijk mijn pandaknuffel ergens laten liggen. Toen we hem de volgende dag gingen zoeken, was hij weg. Toen heb ik een nieuwe gekregen. Ik heb meerdere knuffels, maar ik knuffel alleen met deze. De panda is mijn lievelingsdier. Ze zien er zo schattig uit, dik en pluizig.
Ik hield vroeger niet van vis, maar door sushi ben ik ervan gaan houden. Ik eet me helemaal vol als ik sushi ga eten, tot ik niet meer kan. We eten het vaak als iemand van ons jarig is in een restaurant. Ik heb het wel eens zelf gemaakt en dat smaakte net zo lekker, maar het zag er niet net zo mooi uit.
Ik leek vroeger op een clowntje, met een rond neusje en dat rode haar. Mijn vader moest me buiten aan een soort hondenriem vasthouden, want ik wilde altijd ergens naartoe lopen. Ik weet ook nog dat ik met Niko aan het spelen was. Zij wilde mijn hakjes met stippen passen, maar ze waren nieuw, dus dat wilde ik niet. Ik liep heel boos naar boven. Als ik boos was rende ik altijd weg. Op deze foto vind ik mezelf heel schattig.
Ik maak niet veel foto’s van mezelf, alleen bij iets bijzonders. Ik zet ze soms op instagram. Nu doe ik dat niet meer zo vaak. Het kan toch wel gênant zijn. Ik stuur wel gekke selfies naar mijn vriendinnen.
Zoë, één van mijn vriendinnen, heeft hetzelfde t-shirt als ik. Dat shirt zit heel lekker, de kleur vind ik mooi en het staat me goed. We spreken soms af om hem allebei aan te doen met dezelfde broek en trui.
Ik vind het leuk om mensen te helpen
Andere vriendinnen van school, Pien en Claire, zitten in mijn hockeyteam. We fietsen samen naar de trainingen. Daar doen we lang over, omdat we onderweg heel veel kletsen. Ik hockey nu drie jaar, bij FIT. Ik vind het leuk dat het een teamsport is. Ik houd van rennen, schieten en de bal afpakken… Eigenlijk zijn al mijn teamgenoten vriendinnen. Maar ik vind het vervelend als ik vroeg moet opstaan voor hockey. Ik houd van uitslapen. Ik moet ’s morgens meerdere keren gewaarschuwd worden. Het is zo koud als je uit bed komt!
Ik heb best een grote kamer. Ik ben er vaak en dan speel ik op mijn elektrische piano. Dat vind ik heel leuk, vooral om erbij te zingen. Ik schrijf ook zelf liedjes, maar ik vind ze nog niet zo heel goed. Met vriendinnen ga ik naar mijn kamer om te kletsen. Anders kan iedereen het horen.
Ik weet niet wat ik wil worden. Misschien iets met zingen en piano. Ik heb het Geert Grootte College gekozen, omdat ze er veel met kunst en muziek doen. Mijn vader is natuurlijk ook muzikant. Je moet wel op gekke tijden weg om op te treden en je komt vaak laat thuis. En je stem moet wel goed blijven! Ik vind het leuk om mensen te helpen, dus anders moet ik iets bedenken waarbij ik dat kan doen.’
Interview Ole
Ole Lubbers
Geboortedatum
5 mei 2003
Woont met
vader Bart, moeder Marieke, broers Wietse en Boyke en zus Rosa
Lievelingskleur
oranje
lievelingssnoep
roze koeken
Wat zal je missen aan het Wespennest
mijn vrienden
Wat zal je niet missen aan het Wespennest
de hal
Wat is je lievelingsplek in Amsterdam
op mijn kamer thuis met een Donald Duck
Wat was je mooiste vakantie
Noord-Amerika
Naar welke school ga je
Hyperion
Ik hou van grappen maken
Mijn lievelingsdier is een olifant, waarschijnlijk is dat gekomen omdat bij mijn naamkaartje bij de kleuters een olifant stond. Annette en Ank waren mijn juffen bij de kleuters. Toen Ank wegging, mocht ik mee naar een interview bij AT5. Dat vond ik heel leuk. Ik was ook nerveus en ik vond de vrouw die naast mij zat heel eng.
Artis de Partis is mijn lievelingsknuffel, die ligt in mijn bed. Mijn crèche was vlak om de hoek bij Artis en daar gingen we vaak met de bolderkar naartoe. Ik heb hem toen een keer gekregen.
Ik hockey al vijf of zes jaar en sinds een jaar doe ik aan tennis. Ik vind hockey leuker. Ik denk dat het erfelijk is en in mijn genen zit. Mijn vader, ooms, broers en zus hockeyen ook allemaal. We doen veel met de familie. We zijn met Kerst ook altijd met de hele familie bij elkaar. We hebben een soort van familiehuis. Dat is heel fijn.
Ik zie mezelf als ‘erfkind’ , ik heb mijn passies van mijn ouders, maar ook sport en mijn nieuwsgierigheid. Ik lijk veel op mijn vader in van alles; interesses, nieuwsgierigheid en zelfde sport. Met mijn opa van mijn moeders kant schaak en kaart ik. Ik hou ervan om verhalen in mijn hoofd te bedenken en te fantaseren. Ik ben heel nieuwsgierig. Ik ben een kuddedier, ik wil bij iemand horen. Ik bouw met Lego en Minecraft torens of een middeleeuws viaduct, of ouderwetse stijlen zoals Romeins. Ik hou van grappen maken.
Ik heb er eigenlijk nooit over nagedacht wat mijn lievelings-outfit is, ik heb ook niet echt een lievelingskledingstuk. Dus ik dacht, ik maak gewoon een foto van mijn kledingskast. Het hoeft niet bij elkaar te passen . Wel iets wat lekker zit. Alles wat ik uitdoe, leg ik op de grond en één keer in de twee weken moet ik het opruimen.
Ik ben een kuddedier, ik wil bij iemand horen
Ik ben trots op mijn stripboeken verzameling van Donald Ducks en Asterix & Obelixen. Ik ben een stripboekenlezer. Ik lees elke avond in bed, voor het slapen, zeker een halfuur. Ik heb genoeg om te lezen en als ik een verhaal vergeten ben, kan ik opnieuw beginnen. Ik spaar stripboeken na een vakantie in Napoli, toen heb ik vijf Asterix & Obelixen gekregen. Mijn broer spaarde ook al Donald Ducks.
Typisch van het Wespennest vind ik het broodje Wesp. Bij elk feest van het Wespennest worden ze gegeten. Bij het zingen in de hal ga ik grappen maken met Liam, bijvoorbeeld accenten nadoen. Dan worden we weggestuurd.
Later zou ik wel architect willen worden. Ik wil zelf iets maken of ondernemer worden en een bedrijf opzetten; investeringen doen en dat soort dingen. Ik volg mijn vaders bedrijf. Ik denk dat ik ga studeren en daarna niet meer in Amsterdam woon.
Interview Zoë
Zoë Both
Geboortedatum
14 november 2002
Woont met
moeder Stefany, vader Marco, broer Mickey en hond Marley
Lievelingskleur
blauw, oranje en geel
lievelingssnoep
lolly
Wat zal je missen aan het Wespennest
Buiten spelen, gym, handvaardigheid en kamp
Wat zal je niet missen aan het Wespennest
de wc's
Wat is je lievelingsplek in Amsterdam
achter bij mijn moeders kantoor
Wat was je mooiste vakantie
strandvakanties
Naar welke school ga je
St. Nicolaaslyceum
Ik droom ervan om professioneel hockeyster te worden.
‘Ik maak best vaak selfies. Niet van mij alleen, maar van mij samen met vrienden of de hond. Die zet ik dan op Instagram. Ik ben geen tuttig meisje dat van nagellak houdt of ballet. Ik ben meer een stoer meisje. Vroeger speelde ik met Lego en Playmobil en op school kon je me vinden in de blokkenhoek. Ik ben wel een beetje veranderd. Als klein meisje was ik braaf, nu ben ik veel eigenwijzer en doe ik ook wel dingen die niet mogen.
Op de foto van vroeger zijn Mickey en ik jarig. Omdat we een tweeling zijn, staan we veel samen op foto’s. Mickey is eerder geboren. Dat vindt hij leuk en daarom zegt hij dat er elf minuten verschil is. Ik zeg vier minuten, want dat is wat mijn moeder mij verteld heeft. Mickey en ik doen vaak mee aan reclames.
In dit tijdschrift staan Mickey en ik met de crème brûlée die we eerst zelf hadden gemaakt Dit toetje vind ik echt het lekkerste eten. Ik hou van zoetigheid.
Ik ben meer een stoer meisje
Als ik geen huis zou hebben zou ik dat niet zo fijn vinden; met maar één stuk kleding en een korstje brood op de stoeprand. Ik woon op een woonboot en mijn kamer ligt deels onder water. Alleen als ik op de verwarming ga staan, kan ik uit het raam kijken. Ik ben tevreden met mijn kamer. Hij is niet te groot en niet te klein. Op mijn kamer heb ik veel posters, meer dan mijn bureau groot is. Ik heb ook een poster van een skatemerk. Ik hou niet per se van skaten, maar wel van longboarden. Dat doe ik samen met Kiki, die ook op het Wespennest zat, of met vrienden van nu. Dan gaan we naar het Noorderpark en ook lekker een ijsje eten bij IJskoud de Beste.
Apen zijn mijn lievelingsdieren, vooral doodshoofdaapjes. In groep zes heb ik een werkstuk en spreekbeurt over apen gehouden. Mijn lievelingsknuffels zijn ook apen. De rechteraap heb ik heel lang geleden van mijn vriendin Lee gekregen. Zij gaat nu naar Ibiza verhuizen. Het andere aapje heeft Doortje mij gegeven. Wij zijn al onze hele Wespennest-tijd vriendinnen. De knuffels staan naast mijn bed, dan heb ik ze als herinnering aan Lee.
Dit t-shirt van O’Neill hebben Doortje en ik samen gekocht. Soms spreken we af dat we ‘m op dezelfde dag aantrekken. Mijn overbuurman werkt bij O’Neill, dus gaan we daar vaak naar de zomer- en winter-sale.
Al mijn sporten zijn hockey, tennis, surfen en snowboarden. Surfen doe ik in de zomer met mijn overbuurjongens bij Wijk aan Zee. Ik hockey drie keer per week en zit nu in MD1. Als ik naar de middelbare school ga, kom ik in de C en hopelijk in de C1, net als Kiki.
Ik droom ervan om professioneel hockeyster te worden. Ik zou in het Nederlands elftal willen spelen en een keertje Naomi van As willen ontmoeten. Zij is mijn echte idool. Op de foto zie je mij zitten tussen Naomi van As en Maartje Paumen. Als hockeyster verdien je niks, zegt mijn vader. Dus wil ik als bijbaantje wel fotograaf zijn Trots ben ik op de tekening die ik van Naomi van As heb hem gemaakt toen ik ziek was en me verveelde.’
Interview Yergush
Yergush Bloetjes
Geboortedatum
22 oktober 2003
Woont met
vader Oscar, moeder Zuzana, broertje Oscar junior en zusje Elza
Lievelingskleur
blauw en oranje
lievelingssnoep
winegums
Wat zal je missen aan het Wespennest
Dat je kind bent en de vrijheid
Wat zal je niet missen aan het Wespennest
Ik ga juist heel veel missen, behalve misschien het kleine gebouw
Wat is je lievelingsplek in Amsterdam
thuis in Amsterdam Noord
Wat was je mooiste vakantie
Slowakije, waar mijn moeder vandaan komt
Naar welke school ga je
Petrus Canisius College te Heiloo
Ik wil altijd winnen
‘Ik heb niet veel herinneringen van toen ik klein was. Wel herinner ik me de wintersport in Maria-Alm, Oostenrijk. Ik ging toen voor de eerste keer. Dat was heel leuk. We gaan nu elk jaar. Ik durf zelfs van de zwarte piste, soms.
In Slowakije doe ik sinds mijn 9e mee aan een hardloop. Die is op 8 mei, dan is het daar Bevrijdingsdag. De hardloop laat zien hoe de Duitsers moesten vluchten. Ik stond een paar keer op het podium. Daar ben ik zo trots op, want het was zonder te trainen.
In mijn kamer staan veel medailles. Van rennen, hockey, voetbal en tennis. Maar de meeste zijn van hardlopen. Ik wil altijd winnen en heb geen genade voor de ander. Ik kan wel tegen mijn verlies. Behalve als mijn broertje wint. Ik wil altijd beter zijn dan hij.
Mijn kamer vind ik fijn. Tot mijn 11e heb ik deze altijd gedeeld, maar toen ik van kamp terugkwam, kreeg ik mijn eigen kamer. Nu kan ik me beter concentreren en heb ik meer ruimte om te spelen. Ook ben ik sneller beneden dan mijn broertje, die zijn kamer nu op zolder heeft. Op 1 april heb ik een grap met hem uitgehaald door zijn deur dicht te maken met pantoffels en touw. Ik haal graag grapjes uit met mijn broer. Ik hou veel van hem en mijn zus. Maar we maken ook vaak ruzie om onzinnige dingen.
Ik doe aan hockey en tennis. Op de foto scoor ik. Ik houd van sporten omdat ik dan lekker kan bewegen en met een team kan spelen. Met voetbal ben ik gestopt omdat ik de sfeer niet leuk vond. Het was te ruw. Hockey vind ik veel leuker.
Houtkap vind ik stom. Bomen zijn onderdeel van het leven, zonder bomen kunnen we niet leven. Soms maak ik me zorgen over de toekomst en over terrorisme. Toch lig ik er niet wakker van. Later ga ik gewoon werken, als rechter of advocaat, om de wereld een beetje beter te maken.
Maar vooral ook om rijk te worden. Dan kan ik de dingen doen die rijke mensen doen. Net als de baas van mijn moeder. Die heeft een museum vol Ferrari’s en veel huizen. Natuurlijk doe ik dan ook wel iets voor een goed doel. Ik heb zin in later, maar vind het ook spannend omdat je dan veel meer verantwoordelijkheid hebt.
Het woord dat in me opkomt als ik naar mezelf kijk, is slim en mooi, maar dat is niet erg bescheiden. Ik ben sportief en graag buiten. Ik wil lekker leven, relaxed. Ik heb een goed contact met mijn ouders. We doen leuke dingen met elkaar. Vooral met mijn vader, mijn moeder is meer praktisch.
Later word ik rechter of advocaat, om de wereld een beetje beter te maken
Ik ben drietalig opgevoed, ik spreek Slowaaks, Nederlands en Engels. Mijn moeder komt uit Slowakije en mijn vader en moeder praten Engels met elkaar. Mijn vader en broertje heten allebei Oscar. Dat is niet verwarrend, want als mijn moeder “Oscar” tegen mijn vader zegt is dat in het Engels en tegen mijn broertje is het in het Slowaaks.
Mijn ouders kunnen allebei lekker koken, maar het lekkerst kookt mijn oma. Zij maakt een Slowaaks gerecht, deeg met jam erin. Het heet pirohy en als zij het maakt, kan ik er heel veel van op.’
Ik neem niet alleen afscheid van het Wespennest, maar ook van Amsterdam. We gaan binnenkort namelijk verhuizen naar Heiloo. Ik vind het enerzijds wel leuk, want ik heb daar veel familie wonen en het is een mooi huis. Er is ook een middelbare school met sportklas in de buurt. Maar ik ben ook een beetje verdrietig, met name voor mijn broertje en zusje, want die moeten ook van school af. Ik zal Amsterdam wel een beetje gaan missen. Het was fijn dat ik op het Wespennest mocht zijn!’
Interview Calvin
Calvin Griffioen
Geboortedatum
15 juli 2002
Woont met
mijn vader en moeder en mijn zusje Lindsey
Lievelingskleur
neon geel
lievelingssnoep
zure matten
Wat zal je missen aan het Wespennest
niks
Wat zal je niet missen aan het Wespennest
de hal
Wat is je lievelingsplek in Amsterdam
mijn taekwondoschool
Wat was je mooiste vakantie
met Tobey en zijn ouders een weekendje mee naar Duitsland; het wordt het WK
Naar welke school ga je
Bladeren Groen in Purmerend
Dit interview moet over taekwondo gaan. Het is mijn levenssport
‘Dit interview moet over taekwondo gaan. Dat is een heel erg leuke sport. Het is mijn levenssport. Mijn buren zaten erop en ik ben een les mee gaan doen bij de kleintjes. Ik was nog te jong voor de groteren, maar mocht daarna meteen door. Ik heb nu de groene band. Dat is ongeveer op het midden voor de zwarte band. Ik heb al 27 toernooien gespeeld en heel veel daarvan gewonnen. Ik speel vaak in België. Ik ben geselecteerd voor het WK in de categorie S11 onder de vijftig kilo. Ik vind het heel erg bijzonder om als enige Nederland te mogen vertegenwoordigen. Het is echt een eer. Eigenlijk mag dat pas als je de zwarte band hebt.
Ik ga in Rimini in Italië drie dagen knallen en lekker zwemmen. Na het WK kom ik alleen nog maar terug om door de poortjes te lopen. Op mijn kamer hangt een plank met aan elk haakje vijf medailles. Ik heb 28 medailles en op de foto zie je drie bekers, maar ik heb er nu vier. Op het NK werd ik tweede. Mijn club heet Chung –Mu, een hele kleine club. Ik train drie keer in de week, soms vaker. Zelfs op Moederdag ga ik trainen. Mijn zusje wil nu ook op Taekwondo.
Ik wil graag in de beveiliging gaan werken als bodyguard. Ik wil graag mijn sport gebruiken om belangrijke mensen te helpen en te verdedigen. Mijn taekwondo lerares, de baas van mijn club, is ook beveiliger. Ik wil eerst veel geld verdienen zodat ik een eigen taekwondo club kan kopen. Dan wil ik ook taekwondo meester worden. Bij taekwondo moet je 24 loopbewegingen leren. Ik ben nu bij de zesde. Dat is niks voor mij. Het is heel lastig om het te onthouden. Maar als je iets niet kan, moet je doorgaan. Ik ga altijd door.
Mijn lievelingskledingstuk is mijn taekwondo pak.
De hal is typisch Wespennest en een mooie plek voor een selfie. Ik weet niet wat voor iemand ik ben. Ik kan daar geen antwoord op geven. Daar moet ik over nadenken. Ik ben een druk iemand. Ik ben altijd zenuwachtig voor een optreden en oefen heel hard, maar struikel dan toch over mijn woorden. Ik vind het leuk om grapjes te maken. En ik train tot ik erbij neerval. Met de hal heb ik het wel gehad. Dat ga ik echt niet missen.
Mijn lievelingsknuffel is Donkey Kong. Ik slaap er altijd mee. Ik had eerst een doekje waar ik mee sliep. Maar toen ik ongeveer 2 jaar oud was, ging ik naar de kermis en wilde ik dat aapje. Tobey’s broer Jamie heeft hem uit de grijpmachine gehaald voor mij. Sindsdien slaap ik er altijd mee.
Ik vind karten heel erg leuk, bijvoorbeeld bij Linnaeushof. Ik ga ook regelmatig naar Raceplanet met het gezin of vrienden. Of we gaan naar Limburg om te racen.
Als je iets niet kan, moet je doorgaan. Ik ga altijd door
Mijn kamer is een hele fijne plek. Hij is op zolder. Ik word daar niet gestoord en kan daar lekker met vrienden gamen, dan stoor ik mijn zusje niet. Een nadeel is dat ik al die trappen moet oplopen. Mijn Wii vind ik nu stom. Ik heb er vier jaar lang mee gespeeld maar nu speel ik op mijn PlayStation. Mijn Wii mag weg.
Laatst gingen we gezellig met het gezin en mijn oma wokken in Purmerend. Ik ging daar helemaal los bij het nagerecht: donuts, spekkoek en muffins. Ik moet minderen met snoep. Ik wil niet echt zwaarder worden, want dan kom ik voor taekwondo uit in een zwaardere categorie boven de vijftig kilo.’
Interview Mickey
Mickey Both
Geboortedatum
14 november 2002
Woont met
vader Marco, moeder Stefanie, zus Zoë en hond Marley
Lievelingskleur
horizon-oranje
lievelingssnoep
drop
Wat zal je missen aan het Wespennest
mijn vrienden en de afstand
Wat zal je niet missen aan het Wespennest
de reken- en taalboeken
Wat is je lievelingsplek in Amsterdam
Nieuwendammerkade, rondom het kantoor van mijn moeder
Wat was je mooiste vakantie
Bali
Naar welke school ga je
IJburg
Ik ben een beetje een durfal. Ik denk nooit ergens over na en dan breek ik weer wat
‘In Bali ging ik voor de eerste keer surfen, op mijn 9e. Op mijn 10e verjaardag vroeg ik om een surfplank en die heb ik toen ook gekregen. Als het kan, neem ik mijn plank mee en ga surfen. Ik heb twee jaar les gehad. Ik weet de basis en mijn vader zegt nu dat ik zelf moet gaan. Ik ga iedere zondag naar Wijk aan Zee. Vrienden hebben dan les en ik ga daarnaast surfen. Ook als het koud is.
Pizza vind ik echt het allerlekkerst. Onze buren hebben een steenoven en op een feestje mag je soms zelf je pizza maken. Mijn vader heeft een keer een pizza gemaakt in Amerika, die werd toen hol, een soort rugbybal. Mijn vader kan lekker koken. Laatst kwam een vriend bij me eten, toen kregen we een driegangen menu. Hadden we tomaten-mozarella, gamba’s en kip met passievruchten. Als toetje gaf hij ons tien euro, mochten we een ijsje halen.
Eigenlijk is dit niet mijn lievelingsknuffel. Dat is een muis maar die ben ik op Ibiza vergeten. Dus daar moest ik afscheid van nemen. Maar het werd ook tijd. Ik had hem al twaalf jaar en hij was helemaal versleten en het oor lag er helemaal af. Er ligt nu een handdoek in mijn bed.
Als het kan heb ik deze trui elke dag aan. Hij is van O’Neill, dat is mijn lievelingsmerk. Kleren vind ik wel belangrijk. Mijn moeder koopt soms driekwart broeken, maar die vind ik niet zo mooi en die stop ik dan achterin de kast.
Mijn kamer is niet groot en niet klein. Er passen veel spullen in. Ik heb pas een gratis wakeboard gekregen en ik heb nog drie oude versleten skateboards, die ik in de winter meeneem naar school. Dan doe ik alsof het een snowboard is. Dat kan ik best goed. Ik kan over grindpalen heen en over schansen. Ik vind half-pipe wel eng, met skateboarden kan ik het wel.
Later gaan we een busje kopen en gaan we de hele wereld rondreizen
Ik ben trots op mijn ouders. Ze doen veel voor mij. Ze brengen me iedere week naar hockey en ze betalen de school. Ze zijn ook heel trots op mij dat ik nu havo heb gehaald. Dat wilde ik graag. Daar heb ik hard voor geleerd, elke dag. Ik ben ook trots op mijn zus, ze is sportief. Maar we maken ook vaak ruzie met elkaar.
Drie woorden die ik het beste bij me vind passen, zijn vriendelijk, mooi en stoer. Ik ben een beetje een durfal. Ik denk nooit ergens over na en dan breek ik weer wat. Ik heb één keer iets gebroken en vaker iets gekneusd.
Ik zeg altijd tegen een vriend van mij: “Later gaan we een busje kopen en gaan we de hele wereld rondreizen.” Dat lijkt me wel vet, allerlei plekken zien. Mijn voorbeeld is toch wel Jeremy Jones, een snowboarder. De meeste snowboarders worden met een helikopter op een berg gezet, maar hij reist overal zelf heen. Hij beklimt alle bergen zelf. Ik heb hem ook in het echt ontmoet. Jeremy Jones heeft een documentaire gemaakt. Mijn overbuurman is fotograaf van O’Neill en hij nam me mee naar de première. Toen heb ik hem gesproken en gevraagd: “Ben je nooit bang voor al die hoge bergen?” Maar hij zet altijd alles uit zijn gedachten. Toen ik vertelde dat ik ook bezig ben, zei hij: “Leuk, dan moeten we ook een keertje samen snowboarden.” Dat gaat er denk ik niet van komen.’
Interview Zef
Zef Wingender
Geboortedatum
3 mei 2002
Woont met
vader Jan-Peter en moeder Anke
Lievelingskleur
zwart
lievelingssnoep
Jawbreakers
Wat zal je missen aan het Wespennest
kamp
Wat zal je niet missen aan het Wespennest
de hal
Wat is je lievelingsplek in Amsterdam
Pathé de Munt
Wat was je mooiste vakantie
Filippijnen
Naar welke school ga je
IJburg 2
Ik ben heel energiek
‘Ik woon met mijn vader en moeder. Ik zou ook graag een hond hebben, maar onze tuin is zo klein en mijn ouders werken teveel. Dus dat gaat niet. Gelukkig is er wel de buurthond Sunny. Die zie ik elke dag. Later wil ik graag een Turkse herder. Die is lekker groot, dus daar kan je goed mee spelen. En er wordt dan nooit meer ingebroken!
Er is wel eens bij ons ingebroken. Gelukkig is toen mijn lego niet meegenomen. Op de foto zie je nog maar een klein gedeelte hè? Zo ongeveer 1/12e deel! Ik speel daar met vrienden mee, die me er niet om uitlachen. Dan zijn we uren aan het bouwen en als we er daarna mee gaan spelen is alles zo kapot, helemaal gecrasht. Maar dan heb ik wel heel erg plezier gehad!
Het is handig dat ik veel met lego bouw, want dan kan ik misschien later architect worden, net als mijn vader. Dan kan ik villa’s voor weinig geld bouwen voor arme mensen. Ik vind dat de rijkdom op veel plekken in de wereld slecht verdeeld is.
Ik ben goed in voetbal en in judo. Voetbal is gewoon lekker tegen een bal aan trappen en energie kwijtraken. Ik ben heel energiek. Veel mensen denken dat ik ADHD heb, maar dat heb ik niet. Dat is getest. Bij judo heb ik al de groene band met de bruine slip gehaald! Ik houd van stoeien. Soms dacht ik weleens dat ik sluipmoordenaar wilde worden, maar ja, ik wil niet gemeen zijn of mensen vermoorden. Het lijkt me spannend om me verborgen te moeten houden voor anderen. Dus kan ik beter bij de politie of de commando’s gaan, zodat ik geen onschuldige mensen kwaad doe, maar me voor iets goeds kan inzetten.
Maar ik wil óók heel graag in het Sluisje gaan werken. Ik heb het al met de baas van Het Sluisje besproken! Ik eet daar vaak met mijn ouders. Het is er klein en daardoor heb je snel contact met andere mensen. Het lijkt me zo leuk dat je dan allemaal medewerkers en klasgenoten van je oude school tegenkomt.
Ik houd van eten en ik lust van alles. Ik zat als baby ook altijd te happen met mijn mond. Ik wilde eten, eten, eten. Ik heb snel leren eten, al na twee maanden. Als ik iets niet lustte, knepen ze in mijn neus en deden ze het eten gewoon in mijn mond. Nu houd ik het meest van sushi. Ik eet het best vaak. Ik denk één keer per maand en dan eet ik me ook helemaal vol.
Ik wil later villa’s bouwen voor arme mensen
Mijn lievelingsdier is de panda. Een panda heeft iets unieks met dat zwart en wit. Ik heb drie knuffelpanda’s, maar ik heb ook twee beertjes, twee honden en een aap. Ieder jaar heb ik een andere knuffel meegenomen naar kamp.
Ik zal kamp het meest gaan missen van het Wespennest. Het is er altijd gezellig. Er wordt nooit gepest of geplaagd, je ziet iedereen en je leert elkaar beter kennen. Ik vind het leuk om met vrienden te kletsen. Dat mag niet in de klas en dus doe ik het dan maar in de wc. Ik heb altijd veel te bespreken, over lego, afspreken en vrienden….
Ik vind het heel vervelend dat ik dyslexie heb. Op de foto zie je mijn oefenwerk. Vroeger moest ik iedere dag een half uur oefenen. Nu hoeft dat gelukkig niet meer. Die map staat nu letterlijk in de kast, zodat ik er niet meer aan hoef te denken.’
Interview Maria D.
Maria Diepraam
Geboortedatum
09 november 2003
Woont met
vader, moeder, broer Terts en dwergkonijntje Lieve
Lievelingskleur
lichtblauw
lievelingssnoep
zachte oranje-gele perziksnoepjes, kersjes en zure matten
Wat zal je missen aan het Wespennest
De fijne rustige sfeer
Wat zal je niet missen aan het Wespennest
Broodje Mee
Wat is je lievelingsplek in Amsterdam
de trampoline achter in de tuin in de zon
Wat was je mooiste vakantie
huisje in Italië; lekker uitrusten met een boek aan het zwembad
Naar welke school ga je
Hyperion
Ik ben echt dol op basilicum, ik eet zo een heel plantje op
‘Het Wespennest is de derde basisschool voor mij. Toen we verhuisden van Amsterdam-Zuid naar Amsterdam-Noord, was de afstand tot mijn oude school gewoon te groot. Na een jaar pendelen en een jaar op basisschool De Satelliet, kwam ik begin groep 4 op het Wespennest, waar mijn moeder les ging geven in groep 3.
Ik vind het fijn om met mijn moeder op dezelfde school te zitten. Het is gezellig om elke dag samen naar school te fietsen en om elke dag een knuffel te krijgen. Soms ook iets minder, bijvoorbeeld als mama bij de weekopening op het podium staat. Want dan schaam ik mij een beetje. Maar ze is de liefste juf en moeder tegelijk!
Ik vind het leuk om dingen te organiseren, zoals het bovenbouwfeest. Ik begin altijd op tijd met opdrachten omdat het plannen niet altijd vlekkeloos gaat. Als ik in tijdnood kom, raak ik in paniek. Maar, geen nood want ……
Mijn hobby is yoga. Dit doe ik samen met mijn vriendinnen Venne, Jiske, Linde en Iris. Het voelt fijn en je wordt er heel rustig van. Het is spelenderwijs yoga: eerst meditatie en daarna kun je in doeken hangen. Dus een combinatie van stilzitten en bewegen.
Ik zat vroeger op voetbalclub Kadoelen, samen met Juultje, maar het team viel uit elkaar en ik vond de trainingen niet zo leuk. Ik ga straks op tennis bij Elzenhagen, want daar zitten ook vriendinnen van mij.
Ik draag graag rokjes, in combinatie met bijvoorbeeld een leuk shirt met visjesmotief, natuurlijk in mijn favoriete kleur: blauw.
En ik ben echt dol op basilicum, ik eet zo een heel plantje op! Misschien ben ik daarom vegetariër, dat wil zeggen: ik eet geen dieren op.
Ik zet me juist in voor dieren. Samen met Kiki, een vriendin van mij uit groep 7, zijn we onlangs langs de deuren gegaan om geld in te zamelen voor de Oerang Oetan. We verkochten armbandjes en sleutelhangers. Het opgehaalde geld hebben we aan het Wereld Natuur Fonds gedoneerd. We brachten het geld naar Hilversum en kwamen een paar keer heel groot op TV in beeld. En we gingen op de foto met Timo (Lef) en Dilara (Meral) van Spangas, mijn lievelingsprogramma, yes!
Ik vind het stom dat mensen hun rotzooi weggooien, ik ben tegen milieuvervuiling in het algemeen.
Ik wil later journalist, verslaggever of presentatrice worden. Het liefst bij het Koningshuis
Ik ga naar Hyperion. Mijn broer Terts zit op het Vierde Gymnasium, maar ik kreeg helaas geen voorrang want dat was net afgeschaft voordat Terts er op school kwam. Maar het Hyperion is ook een leuke school.
Volgens mijn moeder kan ik situaties goed op waarde schatten, weet wat er leeft in de groep, hoe je een probleem kunt aanpakken. Ik vind het leuk om dingen te vertellen, uit te leggen of op te schrijven. Daarom wil ik later journalist, verslaggever of presentatrice worden. Het liefst bij het koningshuis!’
Interview Liam
Liam Maartens
Geboortedatum
19 mei 2003
Woont met
vader Michiel, moeder Janey en zussen Megan en Caitlin
Lievelingskleur
blauw
lievelingssnoep
chocolade met karamel erin, toffee
Wat zal je missen aan het Wespennest
het voetbalveld
Wat zal je niet missen aan het Wespennest
werken met blokuur
Wat is je lievelingsplek in Amsterdam
ASV de Dijk
Wat was je mooiste vakantie
Canada
Naar welke school ga je
Pieter Nieuwland College
Het wespennest is de bom
‘Op de selfie zie je mijn pet en al mijn medailles en foto’s bij elkaar. Dit is een gezellig hoekje in mijn kamer waar ik oude dingen bewaar.
Ik heb allemaal jongensdingen in mijn kamer en ook voetbalkussens van Ikea om mee te voetballen. Het grote bed is ook heel fijn. Mijn zussen zijn wel oké. Over twee jaar ben ik, denk ik, wel sterker en groter dan ze. Dan kan ik ze eindelijk in elkaar vouwen tijdens het stoeien.
Later wil ik heel graag kok worden. Ik vind het leuk om eten te maken. Ik kan zelf al een Indiaas gerecht maken met kip, broccoli en rijst. Als kok moet je heel gedisciplineerd werken, goed en een beetje snel. Maar niet te snel, beter een goed gerecht en een beetje langzaam, dan een slecht gerecht en heel snel. Het lijkt me helemaal niks om in een kantoortje te zitten achter een computer. Ik zou misschien ook wel gymleraar willen worden.
Ik heb het voetbalshirt van Ajax voor mijn elfde verjaardag gekregen. Op de rug staat mijn eigen naam. Ik draag hem elke week tijdens de training. Mijn favoriete spelers van Ajax zijn Milik, Kishna en Sinkgraven. Milik is een hele goede spits, Sinkgraven passt veel en Kisna heeft heel veel trucjes. Zelf sta ik overal in de verdediging, dus links back, centraal en achter. Ik kan goed mensen opzij zetten want ik ben sterk en ik hap niet zo snel.
Als het voetbalseizoen is afgelopen, ga ik hardlopen. Dat is goed voor mijn conditie. Maar eigenlijk vind ik het best wel saai. Tijdens de zomervakantie in Canada ging ik in de bloedhitte twee keer per week trainen. Ik heb samen met mijn vader de Dam tot Damloop vier mijl gelopen vorig jaar. Dat ging heel goed. Ik heb ook de Ajax Run gelopen, voor mensen met een handicap. Die is eigenlijk het gezelligst.
Later wil ik heel graag kok worden.
We waren op vakantie in Indonesië en toen heb ik op een olifant gezeten. Dat was heel gaaf en ook een beetje eng, want hij wiebelde een beetje. Dat was een fantastische ervaring en daarom is de olifant mijn lievelingsdier.
Mijn knuffel kreeg ik tijdens een bezoek aan Disneyland. Daar gingen we naartoe omdat ik een hele zomervakantie elke dag twee sommen had gemaakt, zes weken lang. Dat heeft heel erg geholpen bij het rekenen. Ik nam hem niet mee naar kamp, want dan kan hij vies worden of kapot gaan. Dat zou ik wel zonde vinden.
School is voor mij het voetbalveld, daar ben ik het liefst. Ik heb er een gedicht over gemaakt:
Het voetbalveld, op school
2 doelen, 1 veld
gejoel van alle kanten
Het voetbalveld, op school
pak de bal, zweeft er rond
geschoten, gerend, gevoetbald
Het voetbalveld op school
2 doelen, 1 veld.
Tussen de middag ga ik naar huis om te eten, ik voetbal in de speelpauze. Op de middelbare school kan dat niet meer en daar baal ik nu al van. Het lijkt me wel fijn om straks, als ik op de middelbare school zit, rustig thuis te kunnen werken. Want in de klas word ik de hele tijd gestoord. De blokuren zijn superstom, je moet de hele tijd stil zitten en iedereen verveelt zich. Soms worden er grapjes gemaakt, dan is het ineens wel veel leuker. Maar ik wou wel even zeggen: “Het Wespennest is de bom”.’
Interview Ila
Ila Aarden
Geboortedatum
27 december 2002
Woont met
Vader Jesse, moeder Marianne, zus Loeta, broer Obi, hond Cickie
Lievelingskleur
Rood (donker)
lievelingssnoep
Alle snoepjes, behalve chocola
Wat zal je missen aan het Wespennest
Geen huiswerk en de gezelligheid
Wat zal je niet missen aan het Wespennest
Niks
Wat is je lievelingsplek in Amsterdam
Thuis en hockeyclub
Wat was je mooiste vakantie
Plek om te skiën en warm land met warme zee
Naar welke school ga je
Spinoza Lyceum
‘Ik ben niet haantje de voorste, nooit geweest, nu ook niet
‘Ik ben trots op mijn familie, die is altijd heel lief voor mij. Mijn zus helpt me als er iets is. Dat doen niet alle zusjes! Mijn moeder zorgt goed voor ons allemaal en mijn vader begrijpt me heel goed. En mijn broertje is gewoon heel lief. Ik ben zelf niet haantje de voorste, nooit geweest, nu ook niet.
Ik had vroeger heel veel krulletjes, heel schattig. Ik ben vijf weken te vroeg geboren. Ik moest even in het ziekenhuis blijven. Ik geloof dat ik na een week naar huis mocht.
Het is wel raar dat ik rood haar heb, terwijl de rest blond haar heeft! Op de foto zie je links mijn haar en rechts het haar van mijn zus. Ik heb het van mijn opa. Hij heeft een rode baard. Ik ben trots op mijn rode haar. Sommige dingen vloeken met mijn haarkleur. Ik vind zelf groen bij mijn haar niet leuk.
Donker rood is mijn lievelingskleur, maar ik heb maar één shirtje in die kleur. Ik vind bijna al mijn kleding leuk. Soms zoek ik mijn kleding zelf uit, soms koopt mama iets. Meestal draag ik een rok of een T-shirt met een broek. Een rok vind ik fijner dan een jurk.
Ik wil later iets met kleding gaan doen. Bijvoorbeeld kleding ontwerpen, net als mijn moeder. Ik bedenk nu af en toe al kleding, maar die moet ik nog wel maken. Ik vind het leuk om zelf dingen te bedenken. Ik heb ook een werkstuk over modeontwerpers gemaakt.
Verder houd ik van piano, tennis en hockey. Als ik moest kiezen koos ik voor hockey, want dat is een teamsport. Als we verliezen is het tenminste niet alleen mijn schuld. Ik kan niet goed tegen mijn verlies. Vooral als ik altijd van iemand win en dan een keer verlies….dat vind ik verschrikkelijk! Bij het pianospelen doe ik extra mijn best, want ik heb me opgegeven voor de Spinoza muziekklas. Ik speel graag bekende liedjes, maar niet te druk, bijvoorbeeld van Adèle. Het Spinoza lijkt me leuk, omdat ze veel creatieve vakken geven en je mag helpen met het decor, bijvoorbeeld voor de musical. Ook hebben ze veel bètavakken. Ik ben dyslectisch, dus die vakken zijn makkelijker voor mij dan de talen.
‘Ik wil later iets met kleding gaan doen
In mijn kamer is een trap die leidt naar een chillhoekje. Daar liggen mijn knutselspullen. Loeta en Obi hebben ook zo’n chillhoekje, en zo’n bedstee! Ik zit ook vaak in mijn schommelstoel. Daar doe ik van alles in, zoals kletsen met vriendinnen. Soms doe ik er ook gewoon niks in, lekker zitten.
Ik zal de gezelligheid van het Wespennest wel gaan missen. En de niet leuke dingen, zoals drukke kinderen, die heb je op de middelbare school ook. Ik ben ook druk, maar alleen door veel te kletsen. Het schoolplein met al die ouders en kinderen vind ik echt bij het Wespennest passen, en de hal natuurlijk. Ik doe de lichten bij de weeksluitingen. Daar ben ik wel een beetje trots op. Zelf toneelspelen doe ik niet graag, maar ik houd wel van dansen!’
Interview Coen
Coen Davids
Geboortedatum
1 september 2003
Woont met
vader Paul, moeder Birgitta, zus Floor, broer Daan en zusje Dédé
Lievelingskleur
rood
lievelingssnoep
jelly beans
Wat zal je missen aan het Wespennest
Dat ik nog niet zo hard hoefde te werken
Wat zal je niet missen aan het Wespennest
Zingen op woensdag
Wat is je lievelingsplek in Amsterdam
Durgerdam
Wat was je mooiste vakantie
zeilen in Kroatië
Naar welke school ga je
het 4e gymnasium
Ik word later arts en ook ondernemer
‘Eigenlijk vind ik het een beetje onzin om een selfie te maken. Want rtsls je ergens bent dan gaat het toch om wat je ziet of om waar je bent, en niet om jezelf.
Ik was mega-groot toen ik werd geboren, met ook een mega-groot hoofd. Nu is het gelukkig wel weer gelijk met mijn lichaam. De foto vind ik wel schattig, ik lach een beetje. Zoals ik het nu bekijk ga ik later geneeskunde studeren. Maar eerst ga ik ondernemer worden. Dan ga ik omzet draaien en dan kan ik van dat geld mijn studie betalen. Dat bedrijf doe ik dan bijvoorbeeld twee dagen in de week. Wel met iemand anders zodat ik er niet alleen voor sta. Het lijkt me wel leuk om huizen te verhuren of zo, iets groots. Maar na een paar dagen heb je alles wel berekend en dan kan ik de rest van de tijd iets met geneeskunde doen. Mij lijkt het wel leuk om darmoperaties uit te voeren, niet een been amputeren of zo.
Ik vind broccoli wel lekker, vooral als soep. Aardappeltjes eet ik zonder mayonaise, maar broccoli met mayonaise vind ik juist lekker. Met friet of pannenkoek, wat andere kinderen vaak lekker vinden, heb ik niet zo veel. Dan heb ik kort daarna weer honger. Ik hou heel erg van Italiaans eten en dan vooral van pasta. Zelfgemaakte pasta, een beetje fluffy niet ‘al dente’, met een gladde saus.
Ik hou heel erg van korte broeken. Als het één keer boven de 15 graden is geweest dan doe ik een korte broek aan, ook al is het een dag later weer 5 graden. Een lange broek zit zo aan je kuiten te kriebelen en ik heb niet zo snel koude benen. De mooiste korte broek is egaal van kleur en deze zit ook heel lekker.
Vroeger zat ik op voetbal maar je ziet niet meer zoveel van mijn voetbalkunsten terug. Hockey is snel en niet zo fysiek, zoals bij ijshockey. Bij hockey doe je niet alleen iets met je voeten, ik vind het ook wel leuk dat je iets met je stick kunt doen. Er is meer keuze.
We gaan vaak overgooien met de knuffel van mijn zusje
Ik denk dat panda’s wel zorgzaam zijn voor hun kinderen. Maar als je aan hun kinderen komt zijn ze vast niet meer zo schattig. Ik heb er geen posters van in mijn kamer, ik hou niet zo van posters. En ik deel mijn kamer en dan gaat mijn zusje ook vast posters ophangen van Barbie of zo. (IMG 0098)
Toen ik 1 jaar was kreeg ik een knuffel; een lammetje. Daar was ik erg aan gehecht, maar we gingen in de auto naar wintersport en daarna heb ik hem nooit meer gezien. Ik was toen al negen dus toen had ik niet echt meer een knuffel nodig. Ik heb ook op kamp geen knuffel, dat maakt me niet zoveel uit. Dit is eigenlijk de knuffel van mijn zusje, daar gaan we ’s avonds vaak mee overgooien. Het leukste is als je een headshot gooit, of via de muur op de plank, dan schuift-ie alles eraf.
Ik heb niet echt dingen waar ik trots op ben, ik heb niet echt een band met dingen. Dit speldje heb ik met skiën in Zwitserland gekregen. Ik zou in een klasje willen waar ik het slechtst ben, omdat je dan veel kunt leren van anderen en niet alleen van de leraar. Maar dan moet ik in het klasje van mijn zus en broer en daar ben ik nog niet goed genoeg voor volgens mijn ouders.’
