‘Ik ben lang en heb blond/ bruin haar en een bril. Ik ben niet heel dik, maar ben ook niet heel dun, gewoon oké. Ik kan er mee leven.

Ik heb een cool bed op mijn slaapkamer, een hoogslaper met een bureau eronder. Bij de slaapkamer bij mijn moeder thuis irriteer ik me aan de kleur knalroze. Maar ik heb ook geen zin om te gaan verven. Ik ben namelijk best wel een beetje lui. Om het te doen moet mijn hele bed eruit en ik heb nogal een kleine kamer, je kunt niet alles even in de hoek zetten, want dat past niet.

Toen ik bij de kleuters zat hadden we niet zo’n cool klimrek. Dat hebben ze nu wel en dat vind ik leuk voor de kleuters. Als je ze ziet spelen en lachen, dat vind ik wel gezellig aan de school. Ik was een beetje laat om nog een foto van binnen te maken, anders had ik een foto van de hal gemaakt. Dat is toch iets unieks van het Wespennest vind ik. Bij veel scholen wordt de week afgesloten in de klas, bij onze weekafsluiting op vrijdag laat iedereen leuke dingen zien.

Ik vind het gewoon gezellig op school. Ik vond het minder gezellig in de groep van Diane, toen ik erachter kwam dat ik dyslexie had. Dat was stom want toen moest ik extra lezen, daar had ik geen zin in en ik moest allemaal extra dingen doen om beter te worden in spelling. Dat vond ik niet zo leuk. Maar na een tijdje besefte ik dat ik heel erg vooruit ging. Ik werd niet gepest of zo, maar dat extra werk vond ik gewoon niet leuk. Nu gaat het goed met spelling, dat is fijn.

Het Wespennest voetbaltoernooi vind ik ook erg leuk, dan zie je opeens kinderen op het voetbalveld die je daar normaal nooit ziet.

Ik wil later regisseur worden van films en toneelstukken. Dan heb je heel erg de leiding, dat vind ik een fijn gevoel. In groep 6 mocht ik met een groep kleuters een stukje maken voor de weeksluiting en toen merkte ik dat ik dat leuk vond.

Ik woon in mijn pyjamabroek. Als ik op vrijdag bij mama ben trek ik ’m aan, gaan we eten en filmpje kijken. Dan zijn we allebei echt ‘leeg’ en dan gaan we lekker hangen op de bank, dat is leuk altijd. Ik draag ’m natuurlijk ook als ik ga slapen.

Pannenkoeken bakken vind ik leuk en lekker. Tomaten vind ik vies en champignons vind ik vies om de structuur. Een champignon is zo’n glibberig ding, het lijkt een beetje op een slak.

Voetbal is echt mijn sport

Toen ik jong was, zag ik een egel bij ons in de tuin en toen ben ik op slag verliefd geworden. Daarna ben ik ze gaan sparen. Ik lijk er zelf niet echt op, maar ik heb wel ook zo’n snuitje. Ik ben trots op mijn verzameling egels, het zijn er zo’n 37.

Voetbal is echt mijn sport. Hockey en basketbal lijken me ook wel leuk omdat het ook teamsporten zijn, maar voetbal vind ik leuker en ik kan het ook goed. Ik ben op voetbal gegaan omdat mijn zus op voetbal zat. Ik hoor van veel mensen dat ik goed kan voetballen. Ik zit in de C2 van Meteoor, we zijn 3e geworden in de competitie. Ik heb niet echt een sportheld of idool, maar ik vind Arjen Robben wel goed.

Die kast in mijn moeders huis is zo lelijk, daar erger ik me aan. Zo’n oude bak, het lijkt net of die van de schroothoop afkomt. De kast komt van onze oude buren, toen ze gingen verhuizen wilden ze ervan af en nu zitten wij er mee opgescheept. Ik zet ’m ook altijd open, want dan zie je de buitenkant niet. Maar dan doet mijn moeder ’m altijd weer dicht.’