Joris
Portret Joris
Interview Joris
Joris
Geboortedatum
15 oktober 2003
Woont met
mijn vader, mijn moeder en broer Thijmen
Lievelingskleur
Pinoké blauw
lievelingssnoep
Engelse drop en autodrop
Wat zal je missen aan het Wespennest
mijn vrienden Coen, Isa en Bram
Wat zal je niet missen aan het Wespennest
het zelfstandig werken
Wat is je lievelingsplek in Amsterdam
het hoofdveld van hockeyclub Pinoké
Wat was je mooiste vakantie
huisje aan zee in S’Agaró, Spanje
Naar welke school ga je
HLZ
Mijn leven draait om hockey.
‘Mijn leven draait om hockey. Ik heb geen idee van wie ik het hockey zo heb meegekregen. Mijn broer Thijmen zat als eerste op hockey bij FIT in Amsterdam Noord. Daar ben ik bij de F begonnen, maar vorig jaar ben ik overgestapt naar Pinoké, nadat ik gescout was. Ik sport vier keer in de week; drie keer trainen en één keer wedstrijd. Ik hoop straks naar het Spinoza Lyceum te gaan, want dat is maar tien minuten fietsen naar Pinoké. Mijn huiswerk kan ik dan op de hockeyclub maken, ze hebben daar huiswerkbegeleiding. Ik ga goed mijn best doen, want leren is ook belangrijk.
Uiteindelijk hoop ik wel van hockey mijn werk te kunnen maken. Dan speel ik later bij het Nederlands elftal tegen Australië in de finale van de wereldkampioenschappen. Dan scoor ik de laatste, winnende shoot-out, vier-drie. In ieder geval wil ik iets met sport doen: trainer, sportleraar, sportfysiotherapeut of iets dergelijks.
Op school kun je me herkennen aan mijn korte broek, die ik zelfs in de winter draag!
Ik hoop dat andere kinderen mij sportief en behulpzaam vinden.’
Tussen de middag bak ik vaak een eitje thuis, samen met Coen. Gym vind ik het leukste vak, surprise, surprise. Mijn projecten in groep zes, zeven en acht gingen over hockey, Olympische Spelen en Eskimo’s. Het mocht niet meer iets met sport. Rekenen gaat me goed af en andere talen vind ik ook niet echt moeilijk. Engels heb ik mezelf aangeleerd en van vakantie. “Iek spraik oik goet Grieks, does jai koen mai ien die moesical sien as Souflakis, hoppa!”
Zoals de Griekse traditie wil, breek ik ook wel eens wat. Ik was net zeven jaar, laatste dag skivakantie in Oostenrijk. Mijn broer viel, ik keek achterom en viel toen zelf in een diepe kuil. Ik kwam verkeerd terecht en brak mijn scheen- en kuitbeen, net boven de skischoen! Met een banaan naar beneden, maar in het ziekenhuis moest de skischoen nog uit. Drie man trokken aan mijn skischoen. Dat deed verschrikkelijk veel pijn. Ik moest twaalf weken in het gips en een rolstoel. Maar, alles is weer goed genezen en ik ski gewoon weer lekker snel de pistes af.
Mijn lievelingsdier is een herdershond, snel en intelligent en ze kunnen je redden als je gevallen bent.
Ik ben trots op al mijn medailles en bekers die ik in de loop van de jaren heb gewonnen met tennis, hockey en met het ABCD project, waarin ze onderzoeken hoe je opgroeit. Ik vind niet echt iets stom, ieder zijn smaak.
Ik hoop dat andere kinderen mij sportief en behulpzaam vinden. Of ik veranderd ben? Jazeker, vroeger speelde ik zowel tennis als hockey en nu alleen hockey.’