‘Ik ben trots op mijn familie, die is altijd heel lief voor mij. Mijn zus helpt me als er iets is. Dat doen niet alle zusjes! Mijn moeder zorgt goed voor ons allemaal en mijn vader begrijpt me heel goed. En mijn broertje is gewoon heel lief. Ik ben zelf niet haantje de voorste, nooit geweest, nu ook niet.

Ik had vroeger heel veel krulletjes, heel schattig. Ik ben vijf weken te vroeg geboren. Ik moest even in het ziekenhuis blijven. Ik geloof dat ik na een week naar huis mocht.

Het is wel raar dat ik rood haar heb, terwijl de rest blond haar heeft! Op de foto zie je links mijn haar en rechts het haar van mijn zus. Ik heb het van mijn opa. Hij heeft een rode baard. Ik ben trots op mijn rode haar. Sommige dingen vloeken met mijn haarkleur. Ik vind zelf groen bij mijn haar niet leuk.

Donker rood is mijn lievelingskleur, maar ik heb maar één shirtje in die kleur. Ik vind bijna al mijn kleding leuk. Soms zoek ik mijn kleding zelf uit, soms koopt mama iets. Meestal draag ik een rok of een T-shirt met een broek. Een rok vind ik fijner dan een jurk.

Ik wil later iets met kleding gaan doen. Bijvoorbeeld kleding ontwerpen, net als mijn moeder. Ik bedenk nu af en toe al kleding, maar die moet ik nog wel maken. Ik vind het leuk om zelf dingen te bedenken. Ik heb ook een werkstuk over modeontwerpers gemaakt.

Verder houd ik van piano, tennis en hockey. Als ik moest kiezen koos ik voor hockey, want dat is een teamsport. Als we verliezen is het tenminste niet alleen mijn schuld. Ik kan niet goed tegen mijn verlies. Vooral als ik altijd van iemand win en dan een keer verlies….dat vind ik verschrikkelijk! Bij het pianospelen doe ik extra mijn best, want ik heb me opgegeven voor de Spinoza muziekklas. Ik speel graag bekende liedjes, maar niet te druk, bijvoorbeeld van Adèle. Het Spinoza lijkt me leuk, omdat ze veel creatieve vakken geven en je mag helpen met het decor, bijvoorbeeld voor de musical. Ook  hebben ze veel bètavakken. Ik ben dyslectisch, dus die vakken zijn makkelijker voor mij dan de talen.

‘Ik wil later iets met kleding gaan doen

In mijn kamer is een trap die leidt naar een chillhoekje. Daar liggen mijn knutselspullen. Loeta en Obi hebben ook zo’n chillhoekje, en zo’n bedstee! Ik zit ook vaak in mijn schommelstoel. Daar doe ik van alles in, zoals kletsen met vriendinnen. Soms doe ik er ook gewoon niks in, lekker zitten.

Ik zal de gezelligheid van het Wespennest wel gaan missen. En de niet leuke dingen, zoals drukke kinderen, die heb je op de middelbare school ook. Ik ben ook druk, maar alleen door veel te kletsen. Het schoolplein met al die ouders en kinderen vind ik echt bij het Wespennest passen, en de hal natuurlijk. Ik doe de lichten bij de weeksluitingen. Daar ben ik wel een beetje trots op. Zelf toneelspelen doe ik niet graag, maar ik houd wel van dansen!’