‘Mensen moeten vaak om mij lachen. Ik ben een grappig meisje en ook een beetje stout. Gisteren bijvoorbeeld, was ik samen met Liza na schooltijd aan het voetballen op het terrein van de Capelleschool. Ik schopte de bal iets te hoog en die kwam op het dak van de school. Liza en ik zijn toen op het dak geklommen en daar zijn we verder gaan voetballen en dansen. Ik denk dat ik vroeger rustiger was. Ik heb nu andere vriendinnen dan toen ik net naar school ging. En ik speel nu veel vaker met jongens. Ook wist ik eerst niet dat ik dyslexie heb. Dat weet ik pas sinds groep zeven. Het helpt dat ik bijles heb.  Op mijn cito heb ik wel wat slechter gescoord voor taal.

Later wil ik heel graag modeontwerpster worden. Dat wil ik al sinds groep drie. Ik naai dingetjes, zoals een tas, knuffels of gewoon een knutselwerk van stofjes. Samen met mijn moeder heb ik een naaimachine en ik heb een boek waar mijn ontwerpen in staan. Ik houd van kleren. Pas was ik met mijn moeders in Londen en daar heb ik hele leuke kleding gekocht. Er zit een jurkje bij dat gemaakt lijkt te zijn van een soort surfpakstof. Het zit heel lekker

Ik slaap nu een jaar op zolder. Nadeel is, dat ik altijd helemaal omhoog moet lopen. Ik heb wel een grote kamer en uitzicht. Mijn kamer is wit geverfd, maar ik zou de wanden wel een licht kleurtje willen geven. Mijn kasten zitten vol met spullen, zoals kampeerspullen. Omdat ik allergisch ben voor huismijt, liggen mijn kleren bij mijn zus Isa op de kamer. Ik ben heel trots op haar Ze doet heel veel goede dingen en kan mooi zingen. Soms zingt ze voor mij. Ik zie mijn zus als voorbeeld. Ze helpt me en we hebben goede gesprekken, terwijl we vroeger ruzie maakten. Er is eigenlijk niets dat ik stom vind, behalve oorlog dan.

Mijn knuffels zijn gelijk mijn lievelingsdieren. Het zijn de pinguïn en de eenhoorn. Mijn achternaam is Van Hoorn en dat lijkt een beetje op eenhoorn. Ik ging eenhoorns leuk vinden toen mijn moeder een beker met een eenhoorn voor mijn opa kocht. De knuffels liggen altijd in mijn bed. Eentje ligt wat naar achteren, want die maakt herrie. Eén eenhoorn is een pillow pet. De ander is een tummy stuffer, daar kun je spullen in doen.

‘Ik ben een grappig meisje en ook een beetje stout.

Ik vind hockey heel erg leuk. In mijn team zitten Pien en Doortje. We trainen twee keer per week en één keer per week is er een wedstrijd.  Deze foto is binnen genomen. De coach had ons allemaal dezelfde stick gegeven. In de winter trainen we wel binnen.

Ook doe ik aan boulderen. Dat is klimmen zonder touw  tot ongeveer vijf meter hoogte. Op de grond liggen hele dikke matten dus het is niet gevaarlijk. Ik ben er wel eens af gevallen, maar heb me nog nooit pijn gedaan

Mijn lekkerste eten is een kroket. Zonder kan ik niet leven. Ik kan dus niet zomaar vegetariër worden. Ik eet niet vaak een kroket, maar als ik het doe, eet ik er twee. In plaats van patat, daar houd ik niet zo van.

Van het Wespennest ga ik Belinda het meest missen. Zij heeft mij heel erg geholpen. Omdat zij al zo lang op school is, is zij voor mij typisch Wespennest.’