‘Op de selfie heb ik een zonnebril op, net zoals Chewbacca van Star Wars die op een poster in mijn kamer hangt. Ziet er wel hip uit, terwijl het eigenlijk heel wild is. Ik vond het wel grappig om dit na te doen met die bril. Ik zou mezelf omschrijven als aardig en sportief. Ik ben meestal vrolijk en vind het leukste om met vrienden te zijn.

Toen ik op het Wespennest kwam, dacht ik dat het een grote kindercrèche was.  In groep twee moest je ineens werkjes doen. Ik wilde liever spelen met andere kinderen en was ook snel afgeleid. Pas in groep drie ging ik het begrijpen. Nu weet ik dat mijn werk eerst af moet zijn en wil ik het ook zelf af hebben voordat ik andere dingen ga doen.

Eerst wilde ik later games ontwikkelen voor verstandelijk gehandicapte mensen. Nu wil ik arts worden, huisarts of kinderarts. Bij de BSO had ik alle Donald Ducks al duizend keer gelezen en had ik niet zoveel vrienden omdat alle andere kinderen veel jonger waren. Toen mocht ik in de jongere groepen helpen, zoals een flesje geven. Dit vond ik zo leuk dat ik op het idee kwam om later als arts ook mensen te helpen.

Op deze foto van vroeger zie je mij en mijn broertje met lampionnen tijdens Sint Maarten. Ik vind mijn broertje heel erg lief. Ik weet nog heel veel van vroeger. Toen ik drie was zat ik in een bootje zat en lagen aan de kant snoepjes van hartjes voor mij. Dat was omdat mijn ouders gingen trouwen. Ik mocht toen ook mijn handtekening, die ik natuurlijk nog niet had, zetten.

Ik speel al vijf jaar gitaar en zit in een band, Thunder&Lightning

Sinds kort speel ik niet alleen hockey,  maar geef ik ook training aan de mini’s. Ze luisteren ook nog! Ook speel ik al vijf jaar gitaar en zit in een band, Thunder&Lightning. We hebben opgetreden bij De Pont en in ‘t Sluisje. Ik hou van rockmuziek zoals ACDC en Guns N’Roses. Gelukkig houdt iedereen in de band van rockmuziek, want ik wil niet in een band die van klassieke muziek houdt.

Ik ben trots op de speciale Back to the Future-auto die mijn vader heeft, een Delorean. Hij is hiermee lid van een speciale club en soms gaan we met de auto naar het circuit van Zandvoort. Zo een zou ik zelf ook wel willen hebben.

Wat ik heel erg stom vind, is mijn kleren en kamer opruimen, ook al geeft mijn moeder wel eens een cursus kleren opruimen. Ook de vaatwasser uitruimen vind ik stom. In het algemeen vind ik het stom als mensen anderen uitschelden omdat ze er anders uitzien. Ik ga nu naar een middelbare school waar driekwart anders is. Dat is juist goed.

Het liefst ben ik op mijn slaapkamer of op de bank in de woonkamer voor de tv. Ik slaap boven en er is een luik naar de kamer van mijn broertje. Sinds kort heb ik ook een computer die ik alvast heb gekregen voor de middelbare school. Ook is er een zitzak, staat mijn gitaar in mijn kamer en hangt er een dartbord. Vaak ga ik met mijn vrienden darten en zetten we een muziekje aan. Of ik voetbal met jongens uit de buurt op straat. Soms, als mijn moeder weg is, houden we met mijn vader en oom een Welvaadt-avond. We maken dan pannenkoeken met een scheutje bier en kijken films.’